‘Kinderen moeten maximaal kunnen presteren en zich zo breed mogelijk ontwikkelen. Rekenen, taal, lezen en spelling  zijn belangrijk maar ook de ‘21e eeuwse vaardigheden’.

‘O3 gaat uit van het kind. Niet de leerstof staat centraal. Jaren geleden was het heel gewoon om ‘je les af te draaien’. Tegenwoordig start een leerkracht misschien eerst met pagina 30 als dat beter past. Dat is echt een omslag’.

‘O3 onderwijs vraagt om een andere rol van de leerkracht. Van een instructeur die voor de klas staat tot een coach en begeleider. Je maakt analyses, nieuwe plannen, geeft feedback en soms doe je bewust niets en zit je achterin de klas om te observeren.’

‘De aanpak van de lessen is anders. In de groepen 1, 2 en soms ook 3 werken we vanuit spel. Vanaf groep 4 stappen kinderen over op onderzoek en gaan ze zélf op onderzoek uit. Kinderen leren meer van de dingen die ze zélf graag willen weten, dan wat je ze voorkauwt.’

‘We beginnen bij diverse delen van het onderwijsprogramma  de lesstof  met een thema en een aantal startactiviteiten waarmee we kinderen stimuleren en prikkelen. Kinderen krijgen instructies maar ze werken ook samen. Ze maken zichzelf de lesstof eigen aan de hand van verschillende rollen. Rollen die de leerkracht op zich neemt en die zijzelf en medeleerlingen op zich nemen. Op die manier geven we kennisconstructie door kinderen meer handen en voeten.’